In februari 1868 werd opnieuw een krediet van 625 000 Bf. Voor de bouw van het tweede schip in de reeks aangevraagd. In mei werd dit goedgekeurd.
De reeks kon door Cockerill verder gezet met de bouw van de Leopold I gebaseerd op het vorige schip de Louise Marie. Een onderscheid in dit vaartuig was wel het gebruik door Cockerill van het nieuw en lichter Kruppstaal in de scheepsbouw. Het had een zelfde lengte van 65,27 en 7,31 breed. Met zijn 419 ton en 1550 PK motoren haalde het een snelheid van 16 knopen.
Op 23 februari 1869 had de proefvaart plaats waar een snelheid van 17 knopen werd gehaald. Nog dezelfde dag kwam het schip in Oostende aan.
Op 2 maart deed de Leopold I de maidentrip zonder reizigers.
Op 16 juli 1871 liep de Leopold I op een rots te Dover tijdens een dikke mist. Door de alarmsignalen kon een Franse maalboor de “Napoleon” ter hulp komen en de reizigers overnemen. In de avond kon de Leopold I met hoog water los komen en de haven van Dover binnenvaren. Het liep echter bij dit voorval geen schade op.
Op 1 februari 1881 kwam de Leopold I aan te Dover in de mist en had zijn boegspriet verloren.
Op 14 november 1882 kwam de Leopold I met cdt Waefelaer tijdens zwaar weer O-NO uit Dover, miste de haveningang en botste tegen het westerstaketsel. Het alarm werd gegeven en de reddingsboten uitgezet. De reizigers konden veilig aan de wal worden gebracht en de reis verder zetten. De Leopold I kon met hoog water los geraken en aanmeren. Er was geen schade.
Op 7 januari 1884, Dover verlatende, botste de Leopold I met de Britse maalboot Petrel van de London Chatham & Dover Railway Company. De Petrel liep wat schade op en de Leopold I kwam er met een lichte beschadiging vanaf.
Op 21 december 1886 vertrok de Leopold I (cdt Borgers) om 23u05 in de dichte mist uit Dover en kwam 5 minuten later in aanvaring met een vaartuig dat buiten voor anker lag. De Leopold I is nog een uur ter plaatse gebleven maar kon niets ontdekken. Het verlaten schip voor anker gaf geen signalen en antwoordde niet op de signalen van de maalboot. De Leopold I had door de aanvaring schade aan het paddelwiel opgelopen waardoor deze met vertraging in Oostende aankwam.
Achteraf bleek het om een kleine schoener te gaan dat voor Dover lag waar de Leopold I het achterschip heeft geraakt en schade aan het wiel heeft opgelopen.
In september 1893 werd beslist om de Leopold I tot schoolschip om te vormen. Daarvoor werd op 6 september te Brussel een publieke aanbesteding gehouden om de machines uit te breken en de paddelwielen van het schip te halen. Er waren drie kandidaten :
Société du chantier naval des Flandres uit Brugge: 23992 Fr.
Vinoules uit Antwerpen: 28880 Fr.
SA des Forges de la Meuse uit Rotterdam: 31800 Fr .
WOI
In oktober 1914 werd het schip door de Duitsers in beslag genomen en vanaf 17 mei 1915 tot in 1918 gebruikt als kazerne voor de Keizerlijke Marine..
In 1919 werd het gesloopt.