De Princesse Marie Christine is gebouwd als zusterschip van de PME in 1975 bij Cockerill als bouwnummer 878. De lancering had plaats op maandag 8 september 1975 en het schip kon op 19 december worden geleverd. Tegen eind van de maand op 30 december ging het schip in de vaart.
In december 1976 had de PMC af te rekenen met een kleine brand in de machinekamer waardoor een lichte schade werd opgelopen.
In september 1981 kreeg ze problemen met de stuurboord motor omdat er koperdeeltjes gevonden werden van een defect lager. Twee weken later kon het schip weer in dienst.
Van 28 augustus tot 15 december 1985 onderging de PMC dezelfde ingrepen zoals de PME voor de uitbouw van een extra dek en aanbreng van een bulpsteven en extra stabiliteit tanks. Proeven hadden plaats op 16 december. Op dat moment werd ook het schip in het oranje Townsend Thoresen kleur geschilderd.
Eind 1985 wisten we allemaal dat de poolovereenkomst met Sealink door Rmt was opgezegd. Doch niemand wist wat de wijzigingen met zich mee zouden brengen. De directie had in alle talen gezwegen tegen het personeel en met de terugkeer van de PMC in de Townsend Thoresen kleuren werd ook bekend gemaakt dat we een tweetal dagen later vanaf 1 januari 1986 zouden met TT samenwerken. Een samenwerking die niet zolang heeft geduurd na het ongeval met de Herald of Free Enterprise in Zeebrugge. Hierdoor werd al een akkoord met P & O gesloten om vanaf oktober 1987 samen te werken. Later in 1994 werd dat Sally en werd de haven van Dover geruild voor Ramsgate.
Op 18 september 1991 diende de PMC de haven te worden binnen gesleept wegens het uitvallen van de motoren.
Omdat op 19 september 1996 het einde van de Rmt was aangekondigd zag men ook alle gebrek aan onderhoud aan boord. De laatste maanden heb ik nog enkele reizen met de PMC gedaan om een zieke collega te vervangen en voelde me daarbij ongemakkelijk. Het was jammer te zien hoe snel een vaartuig kan achteruitgaan wanneer zulke beslissingen tot liquidatie genomen worden.
Na de sluiting Rmt is de PMC nog enige tijd in Oostende blijven liggen en pas in april naar Duinkerke verplaatst. Hierdoor zijn er nog enkele mensen bij de Rmt gebleven om de wacht aan boord van de schepen in Duinkerke te verzekeren.
Op 9 juli 1998 werd de PMC aan Dianthus Maritime C° Cyprus verkocht en kreeg de nieuwe naam Primrose met als thuishaven Limassol. Daar werd ze van een grondige onderhoudsbeurt voorzien en helemaal wit geschilderd.
Op 7 mei 1999 deed ze voor Trans Europa Ferries dienst tussen Oostende en Ramsgate.
In januari 2007 kregen we samen met enkele ex collega’s Rmt de kans om nog eens aan boord te gaan van de Primrose voor een bezoek aan het schip en een praatje met onze collega’s van Trans Europa Ferries. Een memorabel en aangenaam moment. Deze mensen hebben ons het schip getoond en de renovatie van de passagiersruimten waar ze mee bezig waren. Gewoon schitterend en stijlvol hebben die mensen dat met veel liefde zelf ingericht. Sommige passagiersruimtes waren nog onaangeroerd net zoals we ons herinnerden aan boord van de PMC.
In 2009 heeft de PMC nog gevaren tussen Spanje en Marokko en in 2010 tussen Livorno en Portoferaio.
In 2011 is het schip als schroot verkocht en de naam “Elegant” gegeven. Op de zijkant was dit maal de tekst Blunavy te zien. Op 9 mei 2011 is ze te Alang India aangekomen en op het strand gezet op 15 mei 2011.