Prinses Maria Esmeralda

De Prinses Maria Esmeralda is in 1974/75 als bouwnummer 877 bij Cockerill gebouwd. Het schip liep van stapel op 28 januari 1975 en kon op 21 mei worden geleverd. Reeds op 25 mei kwam ze in dienst.


Met dit schip kon de Rmt haar capaciteit uitbreiden. De PME had de mogelijkheid tot 300 auto’s en 450 meter vrachtruimte. Er konden 1200 passagiers worden ingescheept.

 In vergelijking met de vorige bouw in het achterhoofd  was er ook deze maal alweer verbeterd aan de passagiers accommodatie.

Op 30 mei 1979 deed zich een aanvaring voor ter hoogte van de South Goodwin met een Duits vrachtschip de Eleonora. Ik herinner me nog de dag omdat het pas ochtend was en juist de dienst opgekomen was in het bureel van de kaaiofficier. Ik kreeg plots een telefoon van Oostende Radio. Deze zei me aandachtig op te letten en te schrijven. Toen ik schreef wat ik hoorde besefte ik dat het geen gewone werkdag ging worden. Ik schreef  “PME in collision with German vessel. - Ship is sinking rapidly – crew and cargo in the water”.  Onmiddellijk haalde ik er de kaaiofficier bij en we begonnen de nodige procedures op te starten. Een helse ochtend maar zeer leerrijk .

Door het steeds toenemend vrachtverkeer bleek de Rmt steeds op zoek naar uitbreiding van de vloot maar koos in 1985 om de PME te jumboliseren zoals dat heet. Daarbij is het schip in januari tot mei 1985 bij Cockerill een supplementair dek gebouwd door een stuk tussen het schip te plaatsen en zo te verhogen. Anderzijds uitgebouwd met stabiliteitstanks. Ook werd een bulpsteven aangebouwd en passagiersruimten aangepast. Eind mei hadden de proeven plaats en op 9 juni kwam de PME terug in dienst.

In de jaren tachtig leed de Rmt reeds aan een ernstige stoornis om te overleven en kwam er politieke aandacht zodat er doorlichtingsbureaus werden aangesproken om het bedrijf door te lichten. Voor velen van ons was dit een administratief-politieke ingreep van een overheidsbedrijf. De Rmt was wel een parastataal A maar toch nog steeds onder het beheer van een Minister. Zeg maar de overheid.
De schrik zat erin wanneer de autostrade naar Frankrijk ging doorgetrokken worden en ja, ook de aanleg van de tunnel of chunnel zoals men zegt.
Hierdoor begon men nog meer aandacht te geven aan een kwalitatieve dienstverlening.  Zo kwamen er aan boord van de schepen een cinema en later Club Class.


Op 16 januari 1987 had de PME een aanvaring met een drijvende container tijdens de reis en diende op 17 januari naar Antwerpen voor herstelling.


Vanaf mei 1993 werd het schip in Oostende reserve gehouden en in januari 1994 verkocht aan een Griekse scheepseigenaar Denval Marine, Cyprus. Het was de bedoeling om het schip te doen vertrekken naar Nederland Rotterdam maar de verkoop werd afgezegd.


In 1995 werd ze dan verkocht aan Celine Shipping Co° Limassol en kreeg de nieuwe naam “Wisteria”.  Op 1 mei vertrok de PME naar Slovenië Koper en werd in juni 1995 door Cotunav, Tunesië gecharterd voor de lijn Barcelona - Tunis.


Nog in 1995 kwam ze ook in dienst voor de lijn Triëste-Koper_Durres-Brindisi en Bari- Durres.
Voor 1996 kwam het schip terug bij Cotunav   


In 1997 werd ze gecharterd door Limadet Ferries Marokko en de nieuwe naam “Beni Ansar” gegeven en keerde eind dat jaar terug naar Celine Shipping Co° en ook terug naar de oude naam “Wisteria”.


In 1999 werd het schip door Trans Europa Line gecharterd en ingezet tussen Italië en Albanië.
In 2000 ging het naar Lingnes Maritimes du Detroit SA van Limadet Ferries en werd het opnieuw de “Beni Ansar” met als thuishaven Casablanca. Waar ze in mei nog de diensten tussen Almeria-Nador heeft verzorgd.


Uiteindelijk aan de ketting gelegd door de Spaanse overheid werd ze in 2007 voor schroot verkocht, kreeg de naam “Aquaba Express” en bleef in Almeria liggen. Bij nog een poging kreeg ze van de Spaanse overheid de toelating om voor herstellingen van Almeria naar Constanza te varen. Men gaf ondertussen ook nog de naam “Al Arabia”.  

In plaats daarvan werd er koers gezet naar Alang en arriveerde daar op 27 oktober 2007 voor afbraak. Er waren echter problemen gezien er nog gevaarlijk asbest aanwezig was. Foto datum is december 2010. 

Na vele eigenaars en namen R.I.P. > PME.  Een triestig zicht.
 

 


The Prinses Maria Esmeralda was built by Cockerill yard as built number 877. The vessel was launched on the 28th January 1975 and was delivered on the 21st May 1975. Four days later it came into service.

The Rmt could expand capacity with this vessel as the PME could load 300 cars and had 450 meter of freight space. A maximum of 1200 passengers could be loaded.

Compared with the earlier built PPh there was again an improvement of passenger accomodation.

On the 30th May 1979 the ME collided with a German freighter the Eleonora near the South Goodwin bank. I remember it well that morning as we just started duty with the berthing master. Suddenly I've got a phone call from Ostend Radio who said "pay attention and write this down". When I wrote down the message I realised it wasn’t going to be a normal working day. I wrote “PME in collision with German vessel. - Ship is sinking rapidly – crew and cargo in the water”. I notified the berthing master immediately and we started the necessary procedures in those conditions. It was a hell of a day but very interesting expererience.

As still to increasing freight traffic Rmt was looking for solutions to expand capacity of the fleet and choose to junbolise the PME in 1985. The PME went to the Cockerill yard from January 1985 until May to have built a supplementary deck, a bulbous bow and add stabilising tanks. Some adjustments were made in passengers areas. By the end of May the PME came back into service.

The Rmt was already suffering from a severe illness to survive and came into the political attention due to its finance and ordered on a screening office to take a closer look to the Rmt as a company. The Rmt was a parastatal A entity but still a governmental institute under the control of a Belgian Minister. Say still a governmental institution.


It was due to the element of finalising the Belgian motorway to France and the plan of building a tunnel they made the head office realise something must be done. As a result the Rmt started to look more at its quality of service and installed cinema's and later club class on board..

On the 16th January 1987 the PME had a collision with a floating container during the crossing and had to leave fro repairs in Antwerp the next day.

As from May 1993 the ship was kept as spare and was sold in January 1994 to a Greek ship owner called Denval Marine, Cyprus. It was meant to send the ship to Rotterdam Holland at first but the sale was cancelled.

In 1995 she was then sold to Celine Shipping Co° Limassol and was renamed "Wisteria". On the 1st of May she left for Koper in Slovenia and was chartered by Cotunav, Tunesië for the line Barcelona - Tunis. Still in 1995 she has done service between Triëste-Koper - Durres-Brindisi and Bari- Durres.

As for 1996 the ship came back to Cotunav .

In 1997 she was chartered by Limadet Ferries Marokko and renamed "Beni Ansar". Returned later that year to Celine Shipping and again to the old name "Wisteria".

In 1999 the ship was chartered by Trans Europa Line and brought into services between Italy and Albania.

In 2000 she was moved to Lingnes Maritimes du Detroit SA from Limadet Ferries and renamed "Beni Ansar" again with homeport Casablanca. Where she has performed service between Almeria and Nador.

Eventually confiscated by the Spanish government she was sold as scrap in 2007 and renamed " Aquaba Express". There she stayed in Almeria. With a attempt with the Spanish government she got permission to sail from Almeria to Constanza for repairs. Another name was given "Al Arabia". Instead of going to Constanza the ship set course for Alang India and arrived on the 27th October for scrapping. But due to the presence of asbestos scrapping was delayed. Photo below was datet December 2010.

 

 

After many owners and names R.I.P. > PME. A sad view.