Prince Baudouin

Gebouwd door Cockerill Yards liep de Prince Baudouin van stapel op 29 oktober 1872 om 14u30.
De Prince Baudouin had een lengte van 65,27 m en 7,31 breed. De 419 ton werd met 1550 PK stoommotor verplaatste zich aan een snelheid van 16 knopen.

Het was de laatste in de reeks van zes schepen waarmee de dienst het vaandel van snelste en comfortabele schepen heeft behouden. De lancering liep perfect onder grote belangstelling. Om 16u00 was dan ook een groot banket voorzien.

In de derde week van januari 1873 kwam het schip in Oostende aan en vertrok op 13 januari 1873 met 14 reizigers op haar maiden trip.

In september 1874 kwam de Prince Baudouin nog in aanvaring met “Le Frithiof” ter hoogte van Havre.

Een kleine vier jaar later was het al nodig om de boilers te vernieuwen. Op 20 december werd al een publieke aanbesteding uitgeschreven om de boilers te vernieuwen en de generatoren te herstellen.
De karwei werd geschat op 98458.40 Fr met aftrek van de restwaarde van de oude ketels. De aanbesteding had plaats in de wachtzaal 1e klasse van het Noord station Brussel.

Op 28 februari 1877 kwam de Prince Baudouin van Dover en kreeg bij het binnenvaren van Oostende een zware golfslag waarop hij uit koers geraakte. Door de machines te stoppen en hard achteruit te slaan werd en schade aan het roer aangericht. Na een noodherstelling aan het roer is het schip doorgevaren naar Vlissingen en op de Schelde waar het de reizigers in Antwerpen heeft ontscheept. De Prince Baudouin kon in Antwerpen de lichte schade laten herstellen en is naar Oostende teruggekeerd.

Op 29 september 1877 diende het schip echter terug naar Antwerpen voor grotere herstellingen. Pas op 8 november is de Prince Baudouin teruggekeerd.

In februari 1882 diende opnieuw de boilers vernieuwd voor een geschatte prijs van 68.956 Fr. waarvoor op 23 februari een openbare aanbesteding plaats heeft gehad.

In september 1888 kwam de Prince Baudouin in aanvaring met een vissersboot H.17 waarbij 3 vissers zijn verdronken. De vissers waren zonder lichten uitgevaren. Komende uit Dover en binnenvaren van de haven is de vissersboot aangevaren waarbij de boot is gezonken. Hierbij kwamen 3 vissers om het leven. Constant Blommaert -23 jaar en gehuwd; Pierre Degroote – 50 jaar en gehuwd met zes kinderen; François Vandierendock – 33 jaar en gehuwd met zes kinderen.
De overlevenden van H.17  waren: Jacques Blommaert en Leopold Degroote.
Het gezonken schip werd achteraan in de haven gelegd om op het droogdok te worden geplaatst en de overledenen te kunnen bergen.
Tijdens het onderzoek verklaarden de bemanning met lichten uitgevaren te zijn. De commandant van de Prince Baudouin beweerde geen lichten te hebben gezien.

Op 1 februari 1892 kwam commandant Van de Velde omstreeks 20u00 in Dover aan en liep schade op bij het aanmeren. Wachtende op het getij om te kunnen binnenvaren kreeg hij plots aan de ingang een zware golf dat hem tegen de pier gooide. Reparaties dienden te worden uitgevoerd waardoor het schip pas op woensdag 3 februari om 17u00 in Oostende is aangekomen.

Op vrijdag 30 november 1894 had de Marie-Henriette met problemen te kampen. Ter hoogte van Ruytingen kreeg het schip problemen met de aandrijfas van het bakboord raderwiel. De as was vervormd en het bakboord raderwiel diende met kettingen vastgemaakt.
Op de terugreis van Dover kon de Princesse Henriette vaststellen dat er geen ernstig gevaar was en kon zijn reis verder zetten. Wanneer om 16u00 nog geen spoor van de Marie-Henriette was werd de Prince Baudouin opgestookt om aan de Marie Henriette hulp te gaan bieden. Maar commandant Romyn van de Marie-Henriette weigerde hulp van de Prince Baudouin en is pas de volgende morgen om 11u00 in Oostende aangekomen. Met als gevolg zware klachten van de reizigers en administratie.
Dit was een grondige reden om de Minister aan te spreken om de mogelijkheid te bekijken om van de nieuwe draadloze communicatievorm gebruik te maken. Meneer Marconi was in die tijd al druk bezig de telegrafie te ontwikkelen. 

Nu de Parlement Belge op 1 oktober 1894 zou verkocht worden werd de Prince Baudouin plots de laatste boot van de reeks van zes en deze generatie.

Op dinsdag 3 augustus 1897 was het de beurt aan de Prince Baudouin om verkocht te worden. De veiling had plaats in het hotel “Universel” in de Ooststraat. De boot was niet meer in staat om te varen. Tevens waren er heel wat grotere en snellere schepen op de lijn ingezet.

De Prince Baudouin werd verkocht voor een som van 34080.48 Fr aan een Nederlandse firma.
Op 30 augustus kwam de Nederlandse sleepboot “Oostzee” de Prince Baudouin halen en vertrok dezelfde dag richting Nederland waar later het schip werd in Bolnes afgebroken .

Built by Cockerill Yards the Prince Baudouin was launched on the 29th October 1872 at 14.00 hrs.
The Prince Baudouin had a length of 65,27 m en 7,31 width. The 419 tons vessels got to a speed of 16 knots using its 1550 HP steam engine.

It was the last vessel in a row of six which kept the Ostend line in possession of the blue ribbon for the fastest and comfortable ferries on the channel. The launch went perfectly under a huge interest. A banquet was held at 16.00 hrs; for all invitees.

In the third week of January 1873 the Prince Baudouin arrived in Ostend and left on the 13th for his maiden trip with 13 passengers.

In September 1874 the Prince Baudouin had a collision near Havre with the “Le Frithiof”.

Already after four years it was necessary to renew the boilers. A public tender was organised on 20 December 1876 to renew the boilers and generators. The job was estimated for 98458.40 Fr. with the deduction of the recuperation of the old boilers. The tender took place in the 1st Class lounge from the Brussels North Railway station.

On the 28st February 1878 the Prince Baudouin came from Dover and got a heavy wave while entering Ostend port. Due to the command to stop engines and reverse full, the rudder was damaged. After the crew could make some repairs the ship sailed to Vlissingen and further to Antwerp were passengers were disembarked. The Prince Baudouin could have the damage repaired in Antwerp and returned to Ostend.

On 29 September the ship went back to Antwerp. This time for major repairs. It returned back to Ostend on the 8th  November.

The boilers had to be renewed again in February 1882 and were estimated for a price of 68956 Fr. The public tender took place on the 23rd February.  

The vessel had a collision with a fishing boat, the H.17 in September 1888. Three fishermen lost life. The fishing vessel did not use its lights.
Coming from Dover and entering port of Ostend collided with the fishing boat which sunk.
Three fishermen were killed: Constant Blommaert -23 years and married; Pierre Degroote – 50 years and married with six children; François Vandierendock – 33 years and married with six children.
Survivors from the H.17 were: Jacques Blommaert and Leopold Degroote.
The sunken ship was tugged to the after port and near the dry dock in order to be able and search for the remains of the lost fishermen.
During the investigation the crew from the fishing boat stated the light were on? The captain from the Prince Baudouin stated no lights from the fishing vessel was visible.

Captain Van de Velde arrived at Dover on the 1st February 1892 around 20.00 hrs. and got damaged while proceeding to berth. Waiting for the tide to enter he got a heavy wave which made him hit the pier. The ship needed to be repaired at Dover and it was already Wednesday the 3rd February when he arrived in Ostend.

It was Friday 30 November when the Marie-Henriette had serious problems. Near the Ruytingen lightship it got into problems with the paddle wheel drive axel which bended. The crew had to fix the port paddle wheel with chains . The Princesse Henriette coming from Dover passed and could see there was no real danger and proceeded her crossing. When there was no news about the Marie Henriette at 16.00 hrs. the order was given to heat up the Prince Baudouin and send it to search for the Marie Henriette and tug it to port. But on arrival of the Prince Baudouin the captain Romyn from the Marie Henriette refused the help from the Prince Baudouin and arrived Ostend the next morning at 11.00 hrs.
With the result many complaints from passengers and administration.
This item was a good opportunity to talk to the responsible  Minister to look at the possibility for wireless communication. Mister Marconi was in those days busy to develop wireless communication.

As the Parlement Belge would be sold on the 1st October 1894 the Prince Baudouin became the last steamer from its generation and row of six vessels built.

On Tuesday 3rd August the last steamer Prince Baudouin was sold. The public tender took place in the hotel “Universal” in the Ooststraat Ostend. The ship could not operate anymore and bigger and faster steamers were operating for the Ostend–Dover service.

The Prince Baudouin was sold for 34080.45 Fr. to a Dutch company.
On 30 August a Dutch tug boat the “Oostzee” arrived in Ostend to fetch the Prince Baudouin and left the same day with the vessel direction Holland were the ship later was scrapped at Bolnes.   

Uit de krant l'Echo d'Ostende van 15 juli 1897 - From the paper l'Echo d'Ostende 15 July 1897.