Net zoals de Princesses Clementine is de Prinses Stephanie gebouwd door Boeing te Seattle en kwam ook in 1981 in dienst.
Het was de bedoeling van de RMT om de overtocht korter te maken en zo in aansluiting met het treinverkeer een interessante mogelijkheid te bieden binnen de Benelux. In die tijd sprak men van de Benelux of België – Nederland en Luxemburg. Van het verenigd Europa zoals we die vandaag kennen was er nog geen sprake.
De troef was om de reizigers een mogelijkheid te bieden van het centrum van Brussel in vijf uur in Londen te geraken. Tevens om de faciliteit zoals op een vliegtuig aan te bieden. Een comfortabele check-in en wachtruimte. Afgifte en behandeling van de bagage. In Oostende was hiervoor een transportband gebouwd en deze was ook voorzien op de terminal in Dover zijnde op de tot jetfoil ponton omgebouwde ex Reine Astrid. Aan boord waren er hostessen die voor het goede onthaal en overtocht instonden.
Op 14 augustus 1981 heeft de Prinses Stephanie na het ongeval van de Princesse Clementine de reizigers van deze overgenomen en naar Oostende gebracht.
In 1986 werden de Townsend Thoresen kleuren aangebracht en in oktober 1987 terug uitgeschilderd. Pas in 1988 kwamen de P&O op de flank.
Op 30 november 1988 had de Prinses Stephanie een aanvaring met een object waarbij de draagvleugel ernstig werd beschadigd.
Tijdens de jaren 1986 tot 1992 werden er met de jetfoils 2 273 495 reizigers vervoerd.
1986 - 280 051
1987 – 315 981
1988 – 302 815
1989 – 326 641
1990 – 351 401
1991 – 362 436
1992 – 334 170
In 1994 werd dan het RMT logo op de flank geschilderd.
Op 1 maart 1997 werd ze zoals de Princesse Clementine op de kaai gezet. Pas op 11 juni 1998 werd ze verkocht aan Adler Blizzard GmbH & C° KG Hamburg. Duitsland en hernoemd als “Adler Wizard”. Op 27 september 1998 is de Prinses Stephanie dan vertrokken per boot naar Rostock.
Op 12 juni 1999 werd de Adler Wizard opnieuw verscheept naar Florida en kreeg daar de naam “Seajet Kirsten” om te varen voor de West Palm Beach lijn.
In oktober 2001 werd ze verkocht aan Tokai Kisen C° Ltd Tokyo Japan en naar Japan verscheept. Waar ze opereerde op de lijn Tokyo-Oshima-Toshima-Shikinejima-Kozushima. Wat later kreeg ze de naam “Seven Island Yume” en vaart mogelijk nog steeds op die lijn.